“Job craften?” vroeg laatst iemand. “Is dat iets met gamification?” Nou nee. Maar ik snapte het wel. “World of Workcraft” schoot het door me heen. De term job craften is verwarrend. Een fatsoenlijke Nederlandse term voor het zelf ‘sleutelen’ aan je baan is er nog niet. En dat is jammer. Want job craften wordt steeds belangrijker.
Managers ontwerpen banen, soms bijgestaan door HRM-medewerkers. Job design heet dat ook wel. Maar neem tien personen aan met eenzelfde functiebeschrijving, en je hebt tien verschillende banen. Je vacature- en functiebeschrijving zijn slechts een begin. De invulling doe je zelf.
Je baan is nooit af
Job craften is het op eigen initiatief doen van aanpassingen in je werk, waardoor het beter aansluit bij wie je bent, wat je wilt en wat je kan. Iedereen doet het (vaak zonder dat je je daar bewust van bent), want je baan is nooit af. Niets nieuws onder de zon eigenlijk, maar relevanter dan ooit.
Job craften wordt steeds belangrijker. De tijd van een vaste baan gedurende je hele loopbaan is voorbij. De kans is groot dat je in je arbeidsleven heel wat verschillende banen zult hebben. Banen die nu misschien nog niet eens bestaan, met werk dat bovendien sneller dan ooit verandert, en steeds meer vermengd raakt met de rest van je leven.
Je telkens weer aan een nieuwe baan en organisatie aanpassen is lastig. Maar met job craften hoeft dat niet, en draai je het om: je past je werk aan jezelf aan. En dat is belangrijk, want hoe je je werk beleeft heeft grote invloed op hoe je datzelfde werk doet én op de kwaliteit van je andere levensdomeinen.
Niet groots en meeslepend
Het woord job craften is de zoveelste term in het woud van (Neder)Engelse leenwoorden. En dat is een probleem. Niet alleen omdat onze taal steeds meer verengelst, maar vooral ook door het beeld dat het woord oproept. Engels, dus identiek aan internationaal, dus groots en prestigieus. Vast een managementterm, want managementliteratuur is doorspekt met Engelse termen.
Maar job craften behoort niet tot het domein van het management. In tegendeel. Job craften is van werknemers. Je doet het zelf, en misschien nog wel belangrijker, je kiest er zelf voor. Bottom up. Zonder eerst instructies of toestemming van een leidinggevende te vragen. En groots? Tja. Het is verrassend hoeveel je met job craften kunt bereiken, maar de manier waarop je het doet is eerder nuchter en bescheiden dan groots en meeslepend. Job craften wordt gekenmerkt door kleine stapjes. Bereikbaar voor iedereen. Een managementopleiding heb je er echt niet voor nodig.
Zelf doen
Het Engelse craft is een breed begrip voor maken en allerlei maakvaardigheden. Het kan zowel ambacht als bijvoorbeeld handwerken betekenen. En dat zie je aan de vertalingen die er al zijn van job craften: baansleutelen, baanknutselen en het Belgische baanboetseren. Allemaal geen gelukkige keuzes.
“’k Heb getwijfeld over België, want dat taaltje is zo zacht”
(België, Het Goede Doel)
Baansleutelen en het bijbehorende baaningenieur leggen te veel de nadruk op ‘harde’ technologie. Dat schuurt met het laagdrempelige doe-het-zelf karakter van job craften. Baanknutselen en baanboetseren zijn te ‘zacht’ en doen weer geen recht aan het serieuze karakter en belang van job craften. Een overkoepelende Nederlandse term voor craften, waarin de belangrijkste karakteristiek, het zelf doen (maken), centraal staat is er niet.
Vreemd, want lang geleden was craft wel een Nederlands woord. Het betekende kracht (ons woord kracht komt er vandaan). Toen het bij ons in de vergetelheid raakte kreeg het in het Engels ook de betekenis van talent en werk waar specifieke vaardigheden voor nodig zijn.
Bootje
Maar de mooiste oude betekenis van het woord craft is wel die van klein bootje: makkelijker te besturen en manoeuvreren dan een groot schip. Laten we niet vergeten dat onze organisaties tenslotte niet meer dan groepen mensen met een gezamenlijk doel zijn. Een vloot van kleine bootjes (geen eilandjes) die er voor kiezen om samen op te trekken. Uiteindelijk staan we allemaal aan het roer.
“We can all sink or we can float, ‘cause we’re all in the same big boat”
(One World, The Police)