Ambtenaar af
Vrij naar Gorter die het in zijn gedicht over de lente had – maar zo voelt deze herfst nu eenmaal. Na negentien jaar ben ik ambtenaar af. Nu ben ik ondernemer. Op 1 oktober is de Ontwikkelbrigade ‘geboren’. Zonder beschuit met muisjes, vlaggetjes en opblaasooievaars. Wel met een Kamer van Koophandelnummer, massa’s plannen en prachtig zonnig herfstweer.
Herfst – de periode na de zomer, als werk en scholen weer beginnen. Voor mij altijd veel meer de start van een ‘nieuw jaar’ dan de jaarwisseling. En dit najaar dus het begin van een nieuw bedrijf.
Een bredere kijk op werk
Waarom? Omdat het tijd werd voor iets nieuws. Een breder perspectief op werk, en de rol die werk speelt in het leven van mensen. Het afgelopen jaar heb ik bij de Gebiedscoöperatie Westerkwartier mogen meemaken hoe werk ook kan zijn:
- Werken in een organisatie zonder hiërarchische structuur.
- Zonder functielabels, waar iedereen zijn eigen werk organiseert in steeds wisselende rollen.
- Met alle ruimte om je talenten te ontwikkelen.
- Waar wordt samengewerkt in organisatieoverstijgende netwerken, aan innovatieve projecten met sociale en duurzame impact.
- In communities van mensen uit de regio, uit onderwijs en onderzoek, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheid. Mensen met betaald werk, een uitkering of een eigen bedrijf. Jong en minder jong, studerend of al gepensioneerd.
Een ervaring waar ik dankbaar voor ben, in deze tijd waarin zoveel mensen thuis zitten of vastzitten in hun baan – aantrekkende economie of niet. Sla of swipe het nieuws er maar op na.
Slechter dan junkfood
Jongeren verlaten school zonder diploma. Werk voor laagopgeleiden wordt schaars. Diploma’s zijn steeds minder waard. Heb je een arbeidsbeperking, dan is de kans dat je geen werk vindt kleiner dan ooit. Het onderwijs leidt op voor banen die niet meer bestaan.
Heb je geen betaald werk, dan hoor je er meestal ‘niet bij’ en ligt een sociaal isolement op de loer. Weet je dat dat nog slechter voor je gezondheid is dan junkfood of te weinig bewegen? Het aantal ‘werkende armen’ neem toe. Anderen doen werk dat ze beperkt, dat geestdodend of zinloos is, of dat ze ziek maakt.

Werk – of je het nu hebt of niet – is een grote hap van je leven. Reden om er alles aan te doen om te zorgen dat meer mensen werk kunnen doen dat van betekenis is. Voor hun eigen leven en voor de maatschappij – daar maken ze tenslotte zelf ook deel van uit.
De samenleving een beetje beter en mooier maken. Daar wil ik aan meedoen.
Ontwikkelbrigade – maar het is toch een eenmanszaak?
Met de Ontwikkelbrigade adviseer en help ik mensen in organisaties die op een andere manier willen werken en organiseren. Zodat iedereen de ruimte krijgt om zichzelf te zijn op het werk, en zich op de bedoeling kan richten: activiteiten die betekenis hebben voor de samenleving en voor henzelf.
Als mogelijkmaker help ik werknemers mogelijkheden ontdekken om hun eigen werk vorm te geven en uit te voeren met zo min mogelijk last van gedoe (lees: regeltjes). En ik help werkgevers om dat te ondersteunen. Als taalmakelaar zorg ik voor heldere, toegankelijke teksten, en verbinding. Ook ontzorg ik organisaties met tijdelijke hulp op het gebied van beleid, kwaliteit, communicatie, werkprocessen, projectbegeleiding en slimme toepassingen van ict.

“Brigade, maar het is toch een eenmanszaak?” vroeg iemand me. Dat klopt. Maar ik doe het niet alleen. Met de werknemers van een organisatie waar ik aan de slag ga vorm ik een ontwikkelbrigade. Ik help ze op weg, en dan laat ik weer los. En al ben ik in mijn eentje, ik werk vanuit een netwerk. Kan ik je niet helpen, dan weet ik vast wel iemand die dat wel kan.
Onderweg
Woorden als missie en visie zeggen me niet zoveel. Te hoogdravend. De ‘droom’ is wat mij betreft voorbehouden aan Martin Luther King. Maar ik weet welke kant ik op wil, al weet ik de precieze route nog niet. Die is er namelijk niet. Ik ben me nog aan het ontwikkelen. Ga je met me mee?
“Het moet en het zal op een dag in het najaar
Met een lucht zo mooi als je nog nooit hebt gezien
Een oude hit uit een raam, de ruis in de bomen
En opeens dat gevoel: het kan nog misschienAlles komt terecht
We zijn er nog niet
Maar we zijn onderweg”(uit: We Beginnen Pas, De Dijk, tekst Huub van der Lubbe)